Jonge mannen met prostaatkanker: sociaaleconomische factoren beïnvloeden de levensduur

Prostaatkanker wordt over het algemeen gezien als een ziekte van oudere mannen. Toch komt ongeveer 10% van de nieuwe diagnoses voor bij mannen van 55 jaar of jonger, en deze vroeg beginnende kankers hebben vaak een slechtere prognose. Biologische verschillen verklaren gedeeltelijk de discrepantie. Vroeg beginnende prostaatkankers bevatten bijvoorbeeld bepaalde genetische afwijkingen die niet zo vaak voorkomen bij oudere mannen met de ziekte.

Wat het onderzoek heeft gevonden

Tijdens het onderzoek evalueerden Dr. Riveros en zijn collega's gegevens van de National Cancer Database (NCD), die wordt gesponsord door het American College of Surgeons en het National Cancer Institute. De NCD verzamelt gegevens van meer dan 1.500 ziekenhuizen in de Verenigde Staten. Het team van Dr. Riveros richtte zich specifiek op gegevens over de resultaten op de lange termijn van 112.563 mannen met de diagnose prostaatkanker in een vroeg stadium tussen 2004 en 2018.

De onderzoekers konden de postcode bepalen waar elk van deze patiënten woonde. Vervolgens keken ze naar het inkomen per hoofd van de bevolking voor die postcodes, evenals het percentage mensen dat daar woonde en nog geen middelbare schooldiploma had behaald. Alles bij elkaar dienden de inkomens- en opleidingsgegevens als een samengestelde SES-maat voor de bevolking van elke postcode. In een laatste stap keek het team naar hoe de overleving van patiënten met prostaatkanker in een vroeg stadium over de postcodes zich verhoudt.

De resultaten waren opmerkelijk: in vergelijking met patiënten met een hoge SES waren de mannen met een lage SES veel vaker Afro-Amerikaans en hadden ze minder kans op een ziektekostenverzekering. Meer mannen met een lage SES woonden in landelijke buurten en hadden stadium IV prostaatkanker bij de diagnose. Er werden minder patiënten met een lage SES behandeld in ultramoderne kankercentra en minder van hen ondergingen een chirurgische behandeling.

Na correctie voor leeftijd, ras, etniciteit, kankerstadium, behandeling en andere variabelen, hadden de mannen met een lagere SES 1,5 keer meer kans dan de mannen met een hogere SES om te overlijden gedurende een mediane follow-up van 79 maanden.